Tmanneke
MF veteraan
- 10 mrt 2020
- 2.664
- 3.668
HOOFDSTUK 15: THE TIMES ARE CHANGING
Gisteren aangekomen in Noord Engeland op een kleine camping in Derbyshire. De weg hierheen was weer heerlijk toeren. Die A-wegen zijn met hun max snelheid van 97km/u best te doen. Tot ik er ’s avonds achter kom dat 50 miles geen 97 maar 80km per uur is. Een foutje op mijn Garmin die hier in de 50 mijl zones 97km aangaf. Dat zou nog wel eens en dure grap kunnen worden. Ik vond al dat die Engelsen zo traag reden. Aiaiai….
Op de camping is het zeer rustig, ik sta er met nog een solo-reizigster, maar die is extreem op d’r eentje in haar camper. Ik ging even goeiedag zeggen en probeerde een gesprek aan te knopen. De enige woorden die terugkwamen waren “yes”, “no”, “yes” en “hmm”. Tot daar het verslag van een boeiende conversatie. Kan gebeuren, niet iedereen is even communicatief. Misschien was ze wel Fries.
Op de camping staat ook nog een hut, een treinwagon door de uitbater in mekaar geknutseld. Vanaf dit seizoen kan je die huren. De man wil er nog enkele bouwen en de camping stilaan omvormen tot een glamping. Hoewel ik daar enig begrip kan voor opbrengen -verhuur van glamping hutten brengt meer geld in het laatje dan tentplekken- vind ik dit als kampeerder niet zo’ n prettige evolutie. Goedkoop rondtrekken lijkt lastiger te worden. Mooi is het wel.
Het zal me later op deze reis vaker opvallen dat campings geen plaats meer voor tenten voorzien. Geen idee of dat alleen in Groot Brittannië en Ierland zo is, op het Europees vasteland ben ik het nog niet echt tegengekomen. Ach, “The times they are a changing”, zong Bob den Oude al in de jaren zestig. En ’t zal wel waar zijn want hij won er een Nobelprijs mee.
Over veranderende tijden gesproken. Ik heb vannacht al wat beter geslapen hoewel het toch nog fris was. Maar de zon wint stilaan aan kracht en straalt meer warmte uit. Daar genieten ook de kippen van die me bij het ontbijt even gedag komen zeggen.
De lente komt nu echt om de hoek kijken. Struiken staan al volop in blad, de knoppen op de bomen staan op uitbarsten. Ik denk (hoop) dat daarmee ook de ijsnachten stilaan voorbij zijn. Wanneer vieren we ook alweer de IJsheiligen? Even checken. Oeps, 15-19 mei, het zal nog efkes fris blijven ‘s nachts.
Het was in elk geval de eerste keer dat de tent ’s ochtends droog was. Lang geslapen blijkbaar. Daar kan ik alleen maar blij om zijn. Na het ontbijt pak ik alles in en vertrek. Vandaag ga ik naar Leeds, een oude vriend opzoeken.
Maar eerst de Snake Pass. Net voor de Pass zie ik een bord naar de “Derwent Valley dams” wijzen en besluit ik daar eens poolshoogte te nemen.
Bij de koffiebar aan het einde van de weg zit een groepje bikers. We raken aan de praat en ik kom wat meer te weten over deze vijvers. De reservoirs zijn drie stuwmeren die een groot gebied van de Midlands van water voorzien. Ze zijn vooral bekend als oefengrond, eigenlijk oefenwater, ter voorbereiding op de “Dambusters Raid”, een aanval van de RAF op Duitse waterdammen in 1943. Ze gebruikten daarvoor “bouncing bombs” (stuiterende bommen) die daar speciaal voor ontworpen waren. De bommen keilden over het water en botsten dan tegen de stuwdammen aan waar ze ontploften. Hoe ze dat oefenden zonder de dammen hier te beschadigen is een vraag die me nog even zal bezighouden.
Na de koffie neem ik afscheid van de stoere binken en draai ik terug richting Glossop.
Het is een prachtige weg langs Bleakhow Hill en Snake Pass. Ik stop even bij de Snake Pass Summit en geniet van de leegte van de hoogvlakte. Iets voorbij Glossop wordt ik onverwacht getrakteerd op een schitterend uitzicht over de heuvels. Aan de horizon ligt Manchester te glinsteren. Wow !
Ik blijf er even bij hangen, laat het wat op mij inwerken. Een kwartiertje later neem ik de B6105 en passeer de hoogvlakte voorbij Woodhead. Ik laat Manchester links liggen en toer verder richting Barnholtswick en Skipton. Volgende maand gaan mijn lief en ik hier bootje varen op de kanalen, het kan geen kwaad om alvast eens wat sfeer op te snuiven. Zo te zien gaat dat allemaal dik in orde komen. Verder door naar Leeds dan maar en rond een uur of vier klop ik aan bij Denis. Hij woont in zo’n typische arbeiderswijk in zo’n typisch arbeidershuisje waar typisch de was nog op de typische straat hangt te drogen.
Denis en ik kennen mekaar uit de tijd dat ik in Ierland woonde, ook alweer 40 jaar geleden. De jaren zijn blijkbaar vriendelijk geweest voor ons. We beweren allebei dat de ander niks veranderd is en we weten allebei dat daar niks van waar is. Maar ’t is toch leuk om te horen.
Leeds is een typisch Noord Engelse stad. Groot geworden tijdens de Industriële Revolutie en compleet het tegenovergestelde van steden in Zuid Engeland. Echt working class en bolwerk van de Labour partij en de Unions. Ook nog de sfeer van de mijnstakingen in de jaren 80, alsof die nooit voorbij zijn gegaan. Dat vooruitgang in deze steden langzamer loopt dan elders zie je nog aan de elektriciteitsdraden die bovengronds lopen. Het bepaalt mee de Dickensiaanse sfeer die over dit 21 eeuwse Engeland hangt. Alleen stak Oliver Twist destijds geen auto’s in de fik.
Ik blijf er enkele dagen hangen en trek dan verder naar het Lake district. Lekker in mijn eigen tent en krakende Exped. En ja, wat je op de foto ziet is een (weliswaar dun) laagje ijs. Top !
20 april 2022: Derbyshire Hills Campsite – Derwent Reservoirs – Snake Pass – Skipton – Leeds (193 km)
Gisteren aangekomen in Noord Engeland op een kleine camping in Derbyshire. De weg hierheen was weer heerlijk toeren. Die A-wegen zijn met hun max snelheid van 97km/u best te doen. Tot ik er ’s avonds achter kom dat 50 miles geen 97 maar 80km per uur is. Een foutje op mijn Garmin die hier in de 50 mijl zones 97km aangaf. Dat zou nog wel eens en dure grap kunnen worden. Ik vond al dat die Engelsen zo traag reden. Aiaiai….
Op de camping is het zeer rustig, ik sta er met nog een solo-reizigster, maar die is extreem op d’r eentje in haar camper. Ik ging even goeiedag zeggen en probeerde een gesprek aan te knopen. De enige woorden die terugkwamen waren “yes”, “no”, “yes” en “hmm”. Tot daar het verslag van een boeiende conversatie. Kan gebeuren, niet iedereen is even communicatief. Misschien was ze wel Fries.
Op de camping staat ook nog een hut, een treinwagon door de uitbater in mekaar geknutseld. Vanaf dit seizoen kan je die huren. De man wil er nog enkele bouwen en de camping stilaan omvormen tot een glamping. Hoewel ik daar enig begrip kan voor opbrengen -verhuur van glamping hutten brengt meer geld in het laatje dan tentplekken- vind ik dit als kampeerder niet zo’ n prettige evolutie. Goedkoop rondtrekken lijkt lastiger te worden. Mooi is het wel.
Het zal me later op deze reis vaker opvallen dat campings geen plaats meer voor tenten voorzien. Geen idee of dat alleen in Groot Brittannië en Ierland zo is, op het Europees vasteland ben ik het nog niet echt tegengekomen. Ach, “The times they are a changing”, zong Bob den Oude al in de jaren zestig. En ’t zal wel waar zijn want hij won er een Nobelprijs mee.
Over veranderende tijden gesproken. Ik heb vannacht al wat beter geslapen hoewel het toch nog fris was. Maar de zon wint stilaan aan kracht en straalt meer warmte uit. Daar genieten ook de kippen van die me bij het ontbijt even gedag komen zeggen.
De lente komt nu echt om de hoek kijken. Struiken staan al volop in blad, de knoppen op de bomen staan op uitbarsten. Ik denk (hoop) dat daarmee ook de ijsnachten stilaan voorbij zijn. Wanneer vieren we ook alweer de IJsheiligen? Even checken. Oeps, 15-19 mei, het zal nog efkes fris blijven ‘s nachts.
Het was in elk geval de eerste keer dat de tent ’s ochtends droog was. Lang geslapen blijkbaar. Daar kan ik alleen maar blij om zijn. Na het ontbijt pak ik alles in en vertrek. Vandaag ga ik naar Leeds, een oude vriend opzoeken.
Maar eerst de Snake Pass. Net voor de Pass zie ik een bord naar de “Derwent Valley dams” wijzen en besluit ik daar eens poolshoogte te nemen.
Bij de koffiebar aan het einde van de weg zit een groepje bikers. We raken aan de praat en ik kom wat meer te weten over deze vijvers. De reservoirs zijn drie stuwmeren die een groot gebied van de Midlands van water voorzien. Ze zijn vooral bekend als oefengrond, eigenlijk oefenwater, ter voorbereiding op de “Dambusters Raid”, een aanval van de RAF op Duitse waterdammen in 1943. Ze gebruikten daarvoor “bouncing bombs” (stuiterende bommen) die daar speciaal voor ontworpen waren. De bommen keilden over het water en botsten dan tegen de stuwdammen aan waar ze ontploften. Hoe ze dat oefenden zonder de dammen hier te beschadigen is een vraag die me nog even zal bezighouden.
Na de koffie neem ik afscheid van de stoere binken en draai ik terug richting Glossop.
Het is een prachtige weg langs Bleakhow Hill en Snake Pass. Ik stop even bij de Snake Pass Summit en geniet van de leegte van de hoogvlakte. Iets voorbij Glossop wordt ik onverwacht getrakteerd op een schitterend uitzicht over de heuvels. Aan de horizon ligt Manchester te glinsteren. Wow !
Ik blijf er even bij hangen, laat het wat op mij inwerken. Een kwartiertje later neem ik de B6105 en passeer de hoogvlakte voorbij Woodhead. Ik laat Manchester links liggen en toer verder richting Barnholtswick en Skipton. Volgende maand gaan mijn lief en ik hier bootje varen op de kanalen, het kan geen kwaad om alvast eens wat sfeer op te snuiven. Zo te zien gaat dat allemaal dik in orde komen. Verder door naar Leeds dan maar en rond een uur of vier klop ik aan bij Denis. Hij woont in zo’n typische arbeiderswijk in zo’n typisch arbeidershuisje waar typisch de was nog op de typische straat hangt te drogen.
Denis en ik kennen mekaar uit de tijd dat ik in Ierland woonde, ook alweer 40 jaar geleden. De jaren zijn blijkbaar vriendelijk geweest voor ons. We beweren allebei dat de ander niks veranderd is en we weten allebei dat daar niks van waar is. Maar ’t is toch leuk om te horen.
Leeds is een typisch Noord Engelse stad. Groot geworden tijdens de Industriële Revolutie en compleet het tegenovergestelde van steden in Zuid Engeland. Echt working class en bolwerk van de Labour partij en de Unions. Ook nog de sfeer van de mijnstakingen in de jaren 80, alsof die nooit voorbij zijn gegaan. Dat vooruitgang in deze steden langzamer loopt dan elders zie je nog aan de elektriciteitsdraden die bovengronds lopen. Het bepaalt mee de Dickensiaanse sfeer die over dit 21 eeuwse Engeland hangt. Alleen stak Oliver Twist destijds geen auto’s in de fik.
Ik blijf er enkele dagen hangen en trek dan verder naar het Lake district. Lekker in mijn eigen tent en krakende Exped. En ja, wat je op de foto ziet is een (weliswaar dun) laagje ijs. Top !