...Ron...
MF veteraan
Vorig jaar heb ik een reisverslag gemaakt van negen dagen Oostenrijk, en nu zijn we een paar dagen naar Engeland geweest.
Ik zal proberen elke dag een stukje van mij af te krabbelen, en her en der een paar foto’s in te plakken.
Als U op het plaatje klikt, zal de foto groter in beeld verschijnen.
_____________________________________________________________________
Even een weekje weg ; U kent het wel.
Zo’n weekje in het soort van voorjaar, wanneer het al best aangenaam van temperatuur kan zijn overdag.
We doen het zoveel mogelijk, en indien mogelijk, elk jaar. Veelal de Moezel en omgeving. Echter voor deze keer hadden we bedacht om het water over te steken, en ons te gaan verdiepen in de kunst die links rijden heet. Met andere woorden, een weekje Engeland.
Die Moezel, of Eifel, of Harz, of Weiss Ich Was, kan, omdat het stukken dichter bij huis is, ook wel gewoon even een keer in een (lang)weekend ofzo.
Toen dus die keus van Engeland eenmaal in gedachten gemaakt was, was het zaak het e.e.a toch wel rap (als in vlug) te regelen, want het was die dag een Dinsdag, en we zouden de Zaterdag vertrekken.
En we hadden nog geen slaapplek, en nog geen plaats gereserveerd op willekeurig wat voor boot, of trein om ‘aan de overkant’ te komen.
Dinsdag, later op de avond vind ik via het altijd gezellige Wereld-Wijde-Web een prima ogend boerderijtje, in dat gebied waar, voor mij, voor deze trip de voorkeur naar uitging.
En vrouwlief vindt het prima. Het zal haar eerste Britain bezoek worden, dus dan heb je weinig voorkeur.
Tevens geeft de Engelse KNMI voor ‘onze’ periode eigenlijk best aardig weer aan. Dus wat houdt ons tegen ?!
Het Peak District ( www.visitpeakdistrict.com ) ; U weet wel, dat groene heuvelachtige gebied, met zijn ontelbare gestapelde stenen muurtjes verspreid over de glooiende weilanden, dat zijn begin vindt eigenlijk net boven Derby. En waar ik zelf (zonder duo toen) in 2006 een keer ben wezen toeren.
toen in 2006…
Een gebied van ongeveer 40 (ofzo) vierkante kilometer, en als je dat zo leest eigenlijk niet eens de moeite van het naar toe rijden waard. Maar schijn bedriegt vrienden, in dat Peak District is zo waanzinnig veel rond te rijden, te zien, en te lopen (als U daar van houdt), daar is het bloody prima vertoeven.
Op Woensdag heb ik mail terug van Pat, want zo noemt de persoon zich in het antwoordmailtje, dat ze een kamer-en-suite voor ons heeft, en dat de prijs voor 6 nachten een fraaie 21,50 Pond per persoon, per nacht mag kosten. Inclusief bedlinnen, en Brits ontbijt (1 Pond is ongeveer 1 Euro 13)
Van mij krijgt ze antwoord dat het goed is, en of ze ‘bij deze’ de kamer wil reserveren tbv ons tweetjes.
Die zelfde avond boek ik via www.overtocht.nl een paar vierkante meters op de P & O ferry van Calais naar Dover.
Want dat is tenslotte een mooi vlotte verbinding ; een verbinding van ongeveer 5 kwartier varen, een poosje van te voren inchecken, en een poosje geduld hebben om weer van die boot af te komen, en door de douane heen te brommeren.
Op Donderdag hebben we in PDF formaat de voucher voor de tickets van de boot over de mail, dus vertrekken op Zaterdag-heel-vroeg mag geen enkel probleem opleveren.
De motor staat er inmiddels fris en fruitig bij, met een vers laagje wax over de lakdelen, en met de bandjes op de juiste spanning.
Ketting invetten hoeft niet, dus eigenlijk is het ook weer een werkje van nix. Maar toch maar altijd even checken. Doen alle lampjes het, zijn de bandjes oké, en zit er voldoende olie in het blok.
Vrijdag nog gewoon een volledige (taaie) werkdag, en omdat de ferry om 09.50 uur vertrekt vanuit Calais, en omdat het van huis naar die Franse badplaats toch 463 snelwegkilometers zijn, denken we er zelfs over om niet Zaterdagochtend te vertrekken, maar op Vrijdagavond, en dan een slaapplekje halverwege te zoeken.
Zo’n voordelig, en ongezellig Formule-1 hotel-ding ofzo.
Maar zoals vaak op laatste werkdagen ; het werk moet af. En helemaal afgejakkerd kom ik rond half 6 in het begin van de avond thuis. Met een kop als een vergiet, en knallende kopfschmerzen.
Bekijk het maar ; ik ga op tijd naar bed, en ga helemaal nooit niet vanavond nog weg.
No Way. Moet er niet aan denken om nu nog een paar honderd kilometer te moeten rijden. Niet in een auto, en al helemaal niet op een motor. Hoe comfortabel dat ding dan ook moge wezen.
Ik druk de motor wel alvast naar buiten die avond, en we pakken de binnentassen van de buitenkoffers vol met de spullen die we denken nodig te hebben, en met spullen waarvan we zeker weten dat we het nodig hebben, en duiken rond een uur of 22.30 in ons mandje.
BATS !
Half 3 in de nacht op 25 April 2009, en er gaat een wekker… ; gloeiende, gloeiende…, en ik sliep nog zo lekker…
Maar goed, we wilden vroeg weg, we willen rond een uur of negen in Calais staan, we willen ons absoluut niet haasten, en willen af en toe een lekker kopje cappuccino onderweg kunnen drinken. En dan ook een broodje met iets lekkers uit de topkoffertas kunnen trekken.
Haasten moet ik mij al 5 dagen per week van 8 tot 5 al, dus op vakantie (lang of kort) komt haasten niet in mijn woordenboek voor !
En we haasten ons dus ook niet.
De binnentassen gaan in de koffers, en de koffers aan de motor. Het navigatieapparaat is geladen met een handjevol routes, en dus gaat ook dat ding zijn plekje krijgen.
Het is iets na drie in de nacht, en onze kat kijkt ons vragend aan, op het moment dat hij ons buiten ziet rondstappen op tijden waarvan hij zeker weet dat hij buiten amper mensheid tegenkomt.
Het arme beestje snapt er nix van in deze zwoel aanvoelende nacht.
Laten we de binnenjassen nu wel of niet in de buitenjas vragen wij onszelf af. En ondanks dat het best warm aanvoelt, houden we ze toch aan, die binnenjassen. En dat bleek achteraf geen overbodige luxe.
Rond ongeveer half 4 in de ochtend, trappen wij de brommeRT aan voor de eerste bijna 500 kilometers van vandaag. De boxer snort voort door de donkere nacht, en met de cruise control op zo’n 130 km/h (127 op de GPS) zijn we eigenlijk in een poep en een zucht Breda voorbij, en rollen we België binnen.
En we hebben het inmiddels behoorlijk koud ; de boordcomputer geeft een ruime 6 graden aan, en dat is ronduit fris als je stil zit.
Zelfs als je achter een soort van badkuip zit…
Ik twijfel er zelfs aan om de handvatverwarming niet een ferme slinger te geven ; want 6 graden en zomerhandschoenen geeft koude jatten. En die verwarming zit er tenslotte niet voor 'Jan Doedel en zijn maat' op.
Uiteindelijk doe ik het niet ; want wat is er dan nog over van wat ooit als bikkelige motorrijder door het leven ging. Met een krantje voor de borst, onder het strakke leer, als het koud was. En met dikke handschoenen tegen de kou. In Februari naar toen nog de Motor-RAI…
In België vinden we het eigenlijk ook wel tijd voor een eerste stop ; we hebben zin in een broodje, en zin in een bakkie leut.
Het is ongeveer 6 uur in de ochtend, het zonnetje komt langzaam op, en ik parkeer de rode toerbrommer breeduit op een parkeerplek bij iets dat er uitziet als een tentje waar het goed koffiedrinken is.
(U weet het hè ?! ; plaatje klik = plaatje groot !)
Helaas gaat die Belgische vlieger niet op ; het volk is nog niet aan het werk daar langs de snelweg naar Antwerpen. Vanaf 07.00 uur, dan zijn we waarschijnlijk meer dan welkom.
Nu mogen we buiten blijven staan.
Potverdikke....
We nemen toch wel een bolletje uit de koffer, en als drinken doen we dan maar een kartonnetje Apfelsaft van thuis. Dus nix warm drinken.
En in plaats van die koffie, doen we een paar rek-en-strekoefeningen, om het stramme, koude lichaam iets meer flexibiliteit te geven.
En omdat dat niet echt lukt, trekken we de botspet weer over de schedel, stappen weer op, en boxeren met eerder genoemde snelheid verder.
En een paar kilometer later is het echter compleet raak !
Een 24 uurs benzinestation.
We tanken de fiets even af, en duiken de hel verlichte ruimte in voor een kop Douwe Egberts, automaten cappuccino.
Lekker is anders ; maar het is warm, en op die manier komen wij ook weer een beetje richting een normaal-menselijke 37 graden.
We pauzeren ongeveer een half uur. Het zonnetje is buiten inmiddels goed zichtbaar, en we hoeven nog maar een 180 kilometer ofzo.
Eitje dus.
En de meerijdende navigatie geeft in kleurige kleurtjes aan waar Calais ligt. Het is nog steeds rustig op de weg, en op het moment dat ik de snelheid echt naar 0 reduceer, staan we om iets voor negen in de ochtend voor het loket van een bijzonder ongezellige meneer, die graag onze identiteitskaarten wil vergelijken met alle over ons bekende ellende welke verstopt zit in waarschijnlijk een grote data-base.
Douane dus.
Hij kijkt ons nors aan (we houden de helm stug op...), en wijst ons er nog even op dat de identiteitspas van vrouwlief nagenoeg ‘over de datum’ is.
En dat is iets wat wij zelf ook wel weten ; maar het is nog steeds een geldig reisdocument.
Je gooit je halve pot pindakaas ook al niet alvast bij het afval, als de einddatum in zicht komt ; wel dan ?!
We mogen door, naar het volgende loket.
Want wij waren betrouwbaar genoeg blijkbaar.
Daarna het soort van tolloket waar we de ticket-voucher mogen afgeven.
En samen met het half Frans, half Engels gebrabbel van de kant van de, met een ontegenzeggelijk ochtendhumeur verrijkt, persoon in dat hokje, krijgen we de ticket, en zo’n label welke zichtbaar aan je stuur moet hangen.
Ik reik dat label naar achteren, richting duo, en denk ‘verrek maar gozer’ ; ik kan best onthouden dat ik in lane 124 moet gaan staan.
Hij op zijn beurt doet daarna de slagboom niet omhoog.
Dat gifgroene label moet om het stuur.
Basta !
Ik geef maar toe aan deze dwingeland, want ik heb, denk ik, tenslotte meer te verliezen dan hij daar in dat stinkende hokje van hem…
We rijden naar lane 124, en parkeren de RoyaleTourer op zijn middenbok, en wachten op de dingen die komen gaan.
En dat is dan vooral natuurlijk de ferry, die nu onderweg is van Dover naar het mondaine Calais…; en dat wachten, dat doen we met een wit zacht bolletje met lekkers, en nog maar eens een kartonnetje Apfelsaft…
…morgen een volgend deeltje…
Ik zal proberen elke dag een stukje van mij af te krabbelen, en her en der een paar foto’s in te plakken.
Als U op het plaatje klikt, zal de foto groter in beeld verschijnen.
_____________________________________________________________________
Even een weekje weg ; U kent het wel.
Zo’n weekje in het soort van voorjaar, wanneer het al best aangenaam van temperatuur kan zijn overdag.
We doen het zoveel mogelijk, en indien mogelijk, elk jaar. Veelal de Moezel en omgeving. Echter voor deze keer hadden we bedacht om het water over te steken, en ons te gaan verdiepen in de kunst die links rijden heet. Met andere woorden, een weekje Engeland.
Die Moezel, of Eifel, of Harz, of Weiss Ich Was, kan, omdat het stukken dichter bij huis is, ook wel gewoon even een keer in een (lang)weekend ofzo.
Toen dus die keus van Engeland eenmaal in gedachten gemaakt was, was het zaak het e.e.a toch wel rap (als in vlug) te regelen, want het was die dag een Dinsdag, en we zouden de Zaterdag vertrekken.
En we hadden nog geen slaapplek, en nog geen plaats gereserveerd op willekeurig wat voor boot, of trein om ‘aan de overkant’ te komen.
Dinsdag, later op de avond vind ik via het altijd gezellige Wereld-Wijde-Web een prima ogend boerderijtje, in dat gebied waar, voor mij, voor deze trip de voorkeur naar uitging.
En vrouwlief vindt het prima. Het zal haar eerste Britain bezoek worden, dus dan heb je weinig voorkeur.
Tevens geeft de Engelse KNMI voor ‘onze’ periode eigenlijk best aardig weer aan. Dus wat houdt ons tegen ?!
Het Peak District ( www.visitpeakdistrict.com ) ; U weet wel, dat groene heuvelachtige gebied, met zijn ontelbare gestapelde stenen muurtjes verspreid over de glooiende weilanden, dat zijn begin vindt eigenlijk net boven Derby. En waar ik zelf (zonder duo toen) in 2006 een keer ben wezen toeren.
toen in 2006…
Een gebied van ongeveer 40 (ofzo) vierkante kilometer, en als je dat zo leest eigenlijk niet eens de moeite van het naar toe rijden waard. Maar schijn bedriegt vrienden, in dat Peak District is zo waanzinnig veel rond te rijden, te zien, en te lopen (als U daar van houdt), daar is het bloody prima vertoeven.
Op Woensdag heb ik mail terug van Pat, want zo noemt de persoon zich in het antwoordmailtje, dat ze een kamer-en-suite voor ons heeft, en dat de prijs voor 6 nachten een fraaie 21,50 Pond per persoon, per nacht mag kosten. Inclusief bedlinnen, en Brits ontbijt (1 Pond is ongeveer 1 Euro 13)
Van mij krijgt ze antwoord dat het goed is, en of ze ‘bij deze’ de kamer wil reserveren tbv ons tweetjes.
Die zelfde avond boek ik via www.overtocht.nl een paar vierkante meters op de P & O ferry van Calais naar Dover.
Want dat is tenslotte een mooi vlotte verbinding ; een verbinding van ongeveer 5 kwartier varen, een poosje van te voren inchecken, en een poosje geduld hebben om weer van die boot af te komen, en door de douane heen te brommeren.
Op Donderdag hebben we in PDF formaat de voucher voor de tickets van de boot over de mail, dus vertrekken op Zaterdag-heel-vroeg mag geen enkel probleem opleveren.
De motor staat er inmiddels fris en fruitig bij, met een vers laagje wax over de lakdelen, en met de bandjes op de juiste spanning.
Ketting invetten hoeft niet, dus eigenlijk is het ook weer een werkje van nix. Maar toch maar altijd even checken. Doen alle lampjes het, zijn de bandjes oké, en zit er voldoende olie in het blok.
Vrijdag nog gewoon een volledige (taaie) werkdag, en omdat de ferry om 09.50 uur vertrekt vanuit Calais, en omdat het van huis naar die Franse badplaats toch 463 snelwegkilometers zijn, denken we er zelfs over om niet Zaterdagochtend te vertrekken, maar op Vrijdagavond, en dan een slaapplekje halverwege te zoeken.
Zo’n voordelig, en ongezellig Formule-1 hotel-ding ofzo.
Maar zoals vaak op laatste werkdagen ; het werk moet af. En helemaal afgejakkerd kom ik rond half 6 in het begin van de avond thuis. Met een kop als een vergiet, en knallende kopfschmerzen.
Bekijk het maar ; ik ga op tijd naar bed, en ga helemaal nooit niet vanavond nog weg.
No Way. Moet er niet aan denken om nu nog een paar honderd kilometer te moeten rijden. Niet in een auto, en al helemaal niet op een motor. Hoe comfortabel dat ding dan ook moge wezen.
Ik druk de motor wel alvast naar buiten die avond, en we pakken de binnentassen van de buitenkoffers vol met de spullen die we denken nodig te hebben, en met spullen waarvan we zeker weten dat we het nodig hebben, en duiken rond een uur of 22.30 in ons mandje.
BATS !
Half 3 in de nacht op 25 April 2009, en er gaat een wekker… ; gloeiende, gloeiende…, en ik sliep nog zo lekker…
Maar goed, we wilden vroeg weg, we willen rond een uur of negen in Calais staan, we willen ons absoluut niet haasten, en willen af en toe een lekker kopje cappuccino onderweg kunnen drinken. En dan ook een broodje met iets lekkers uit de topkoffertas kunnen trekken.
Haasten moet ik mij al 5 dagen per week van 8 tot 5 al, dus op vakantie (lang of kort) komt haasten niet in mijn woordenboek voor !
En we haasten ons dus ook niet.
De binnentassen gaan in de koffers, en de koffers aan de motor. Het navigatieapparaat is geladen met een handjevol routes, en dus gaat ook dat ding zijn plekje krijgen.
Het is iets na drie in de nacht, en onze kat kijkt ons vragend aan, op het moment dat hij ons buiten ziet rondstappen op tijden waarvan hij zeker weet dat hij buiten amper mensheid tegenkomt.
Het arme beestje snapt er nix van in deze zwoel aanvoelende nacht.
Laten we de binnenjassen nu wel of niet in de buitenjas vragen wij onszelf af. En ondanks dat het best warm aanvoelt, houden we ze toch aan, die binnenjassen. En dat bleek achteraf geen overbodige luxe.
Rond ongeveer half 4 in de ochtend, trappen wij de brommeRT aan voor de eerste bijna 500 kilometers van vandaag. De boxer snort voort door de donkere nacht, en met de cruise control op zo’n 130 km/h (127 op de GPS) zijn we eigenlijk in een poep en een zucht Breda voorbij, en rollen we België binnen.
En we hebben het inmiddels behoorlijk koud ; de boordcomputer geeft een ruime 6 graden aan, en dat is ronduit fris als je stil zit.
Zelfs als je achter een soort van badkuip zit…
Ik twijfel er zelfs aan om de handvatverwarming niet een ferme slinger te geven ; want 6 graden en zomerhandschoenen geeft koude jatten. En die verwarming zit er tenslotte niet voor 'Jan Doedel en zijn maat' op.
Uiteindelijk doe ik het niet ; want wat is er dan nog over van wat ooit als bikkelige motorrijder door het leven ging. Met een krantje voor de borst, onder het strakke leer, als het koud was. En met dikke handschoenen tegen de kou. In Februari naar toen nog de Motor-RAI…
In België vinden we het eigenlijk ook wel tijd voor een eerste stop ; we hebben zin in een broodje, en zin in een bakkie leut.
Het is ongeveer 6 uur in de ochtend, het zonnetje komt langzaam op, en ik parkeer de rode toerbrommer breeduit op een parkeerplek bij iets dat er uitziet als een tentje waar het goed koffiedrinken is.
(U weet het hè ?! ; plaatje klik = plaatje groot !)
Helaas gaat die Belgische vlieger niet op ; het volk is nog niet aan het werk daar langs de snelweg naar Antwerpen. Vanaf 07.00 uur, dan zijn we waarschijnlijk meer dan welkom.
Nu mogen we buiten blijven staan.
Potverdikke....
We nemen toch wel een bolletje uit de koffer, en als drinken doen we dan maar een kartonnetje Apfelsaft van thuis. Dus nix warm drinken.
En in plaats van die koffie, doen we een paar rek-en-strekoefeningen, om het stramme, koude lichaam iets meer flexibiliteit te geven.
En omdat dat niet echt lukt, trekken we de botspet weer over de schedel, stappen weer op, en boxeren met eerder genoemde snelheid verder.
En een paar kilometer later is het echter compleet raak !
Een 24 uurs benzinestation.
We tanken de fiets even af, en duiken de hel verlichte ruimte in voor een kop Douwe Egberts, automaten cappuccino.
Lekker is anders ; maar het is warm, en op die manier komen wij ook weer een beetje richting een normaal-menselijke 37 graden.
We pauzeren ongeveer een half uur. Het zonnetje is buiten inmiddels goed zichtbaar, en we hoeven nog maar een 180 kilometer ofzo.
Eitje dus.
En de meerijdende navigatie geeft in kleurige kleurtjes aan waar Calais ligt. Het is nog steeds rustig op de weg, en op het moment dat ik de snelheid echt naar 0 reduceer, staan we om iets voor negen in de ochtend voor het loket van een bijzonder ongezellige meneer, die graag onze identiteitskaarten wil vergelijken met alle over ons bekende ellende welke verstopt zit in waarschijnlijk een grote data-base.
Douane dus.
Hij kijkt ons nors aan (we houden de helm stug op...), en wijst ons er nog even op dat de identiteitspas van vrouwlief nagenoeg ‘over de datum’ is.
En dat is iets wat wij zelf ook wel weten ; maar het is nog steeds een geldig reisdocument.
Je gooit je halve pot pindakaas ook al niet alvast bij het afval, als de einddatum in zicht komt ; wel dan ?!
We mogen door, naar het volgende loket.
Want wij waren betrouwbaar genoeg blijkbaar.
Daarna het soort van tolloket waar we de ticket-voucher mogen afgeven.
En samen met het half Frans, half Engels gebrabbel van de kant van de, met een ontegenzeggelijk ochtendhumeur verrijkt, persoon in dat hokje, krijgen we de ticket, en zo’n label welke zichtbaar aan je stuur moet hangen.
Ik reik dat label naar achteren, richting duo, en denk ‘verrek maar gozer’ ; ik kan best onthouden dat ik in lane 124 moet gaan staan.
Hij op zijn beurt doet daarna de slagboom niet omhoog.
Dat gifgroene label moet om het stuur.
Basta !
Ik geef maar toe aan deze dwingeland, want ik heb, denk ik, tenslotte meer te verliezen dan hij daar in dat stinkende hokje van hem…
We rijden naar lane 124, en parkeren de RoyaleTourer op zijn middenbok, en wachten op de dingen die komen gaan.
En dat is dan vooral natuurlijk de ferry, die nu onderweg is van Dover naar het mondaine Calais…; en dat wachten, dat doen we met een wit zacht bolletje met lekkers, en nog maar eens een kartonnetje Apfelsaft…
…morgen een volgend deeltje…
Laatst bewerkt: