Naba zit maar te wachten...:
Djeez, Roloo.
Er zitten mensen op je te wachten man......
Type eens door!
...diepe excuses ; was later thuis, moest nog eten, post beantwoorden, enz.enz.enz...
...maar...eh...hier komt tie !
Reisverslag : Dolomieten Juli 2009. (dag 9) ** foto klik = foto groot **
(een kleine waarschuwing ; korte verhalen schrijven lukt mij gewoonweg niet…)
Zondag 02 Augustus 2009 ; home sweet home…
Wij hebben ons geen zin om te haasten vandaag, en daarom doen we gewoon om half negen ons laatste Italiaanse ontbijtje in Nalles, met die nuance, dat wij de motor-reis-kleding al deels aan hebben. En ik moet eerlijk zeggen, het valt mij mee hoe ik mij voel deze ochtend.
Ik heb nog steeds geen buitensporige lust in al die ellendige kilometers ; maar
‘dan maak je maar zin’ zou mijn oude moeder gezegd hebben.
En met die instelling proppen we de binnentassen dan ook maar in de koffers, rekenen een naar ons idee voordelige 360 Euro af met Frau Glatt, onze gastvrouw de afgelopen 8 overnachtingen, laten nog een klein beetje fooi achter, en toveren op die manier een verlegen glimlach op deze mevrouw haar gezicht.
Tis tijd om te gaan !
En zodoende kruipen wij zelf achter ruit en borsthoge tanktas, en vertrekken richting daar waar het klokje tikt zoals het ding nergens tikt. Naar huis dus.
Ik knirps de navi aan, druk daarna wat op OK, want dat moet altijd, en zoek de gisteravond ingevoerde, en opgeslagen route op.
And off we go ; om het in mooi Italiaans te verwoorden.
(...best mooi ; dat Nalles…)
Uiteraard eerst weer richting dat Bolzano, want vanaf daar zouden we tenslotte die SS508 nemen.
En al toerende (het is uiteraard weer een mooie ochtend), neem ik zo’n houding aan van ‘blik op oneindig, en verstand op nul’.
En vooral dat laatste komt ons qua tijd toch weer redelijk duur te staan, want ik vind het al een heel klein beetje vreemd dat wij (van onze kant af gezien) rechts om Bolzano worden gedirigeerd, terwijl ik in mijn simpele beleving toch echt wel gedacht had, dat wij DWARS door die stad zouden moeten knorren.
Maar goed ; rechts eromheen dus. Om iets later vanaf die rondweg weer naar rechts te worden gestuurd, en dan wel rechts omhoog een bult op. Samen snappen wij er geen ene jota van, want op de kaart leek het er toch echt wel op dat die Passo di Pennes zo’n beetje loodrecht omhoog getekend stond vanaf dat Bolzano.
Dus waarom we nu al 2x rechts moesten…???
(...dat zeg ik, best mooi in Nalles…)
Maar goed, de navi heeft altijd gelijk, want het geeft aan wat ik er in gestopt heb, dus gaan we goed.
Eh…,
goed fout inderdaad…, want niet lang nadat vrouwlief en ondergetekende elkaar onder het rijden al vragend hadden aangekeken, zien wij op een bordje langs de kant van de weg dat de Karersee niet zo heel ver meer is…, en dan gaat bij mij een lampje brandden…, wat zeg ik : het is net of er iets van felle Xenon ontstoken wordt…
WE GAAN DE VERKEERDE KANT OP…!
Maar…, even keren op de route naar die azuurblauwe Karersee is er even lekker niet bij, want het is ronduit druk op de weg. De maand Augustus is in Italië vakantiemaand, plus dat je nu ook nog in een weekend zit.
Dus ‘dubbeldruk’ zeg maar
Ik heb inmiddels flink de zeikerd in, want ik kan die hele motorbende pas omkeren op het moment dat wij bij daadwerkelijk bij die Karersee aangekomen zijn. Eerder lukt het gewoon niet.
Een andere keus dan stomweg terugrijden hebben we niet, en ongeveer een half uur later staan we weer daar waar we vandaan kwamen ; net buiten Bolzano.
Plat gezegd, meer dan een dik uur verkloot ; want zo simpel is het.
Wat bleek nou ; ik had met mijn verstand op nul gedachte heel simpel de verkeerde route geactiveerd. Gewoon niet goed gekeken ; huppakee…, indrukken en wegwezen ongeveer.
Ik baal als zo'n stekker, heb nu bijna anderhalf uur ‘achterstand’ en wij zijn in daadwerkelijke kilometers amper Nalles uit.
Nog maar zo’n 1100 van die dingen te gaan ; of iets in die richting, en met dat ik mij dat bedenk, bedenk ik mij ook dat dan die Passo di Pennes, maar FF lekker vergeten moet worden deze keer, en schiet de
Oude Brenner op.
Dan maar simpel, als het maar opschiet.
En dat doet het ook niet.
(…en als U daar toch bent, neem dat ook deze weg eens !...)
Ook hier is het druk, met van dat caravan-volk vooral. Fijn met de Knaus, Dethleff, Eriba, of weet ik veel hoe die dingen heten, mij de weg ‘versprerren’. Schiet op, ik wil doorrijden !
En omdat ik al lichtelijk aangebrand ben, irriteer ik mij nu helemaal gek, en kan geen rust vinden onderweg.
Behoorlijk opgefokt pruttelen wij compleet kansloos in de lange stoet richting van dat altijd gezellige Oostenrijk.
En om U een idee te geven ; om 12.08 uur tank ik een keer in Matrei, aan de Brenner Straße. Wij zijn nu heel ruim 2 uur en 3 kwartier onderweg, en we zijn amper 110 kilometer van Nalles verwijderd.
En het blijft maar druk.
Omdat ik nog steeds de keus had gemaakt om vooral geen Oostenrijks Autobahnvignet te willen kopen (ondanks de vertraging blijf ik toch bij mijn eigenwijze standpunt), zit er nix anders op dan toch maar binnendoor te blijven keutelen.
Zolang wij maar ergens uitkomen, waar we in Duitsland de Autobahn op kunnen. Maar goed, het is dus inmiddels na de middag, en we hoeven nog maar een kilometer of 950 kilometer (vlgs. een
optimale route uit 1 van de routeprogramma’s)
Maar ‘wij’ zijn en blijven eigenwijs, en kiezen dus voor binnendoor, en laten de Garmin rekenen tot aan München, en met succes…
(…Strada del Vino ; op de motor is tie leuker…)
Uiteraard kachelen wij binnendoor richting Innsbrück, en vanaf daar slaan wij links af (op de kaart gezien dan natuurlijk) richting dat fijne Reith bij Seefeld, en Seefeld in Tirol.
Over de B177, en dat is best een mooie route, als je je helemaal heppie de peppie voelt, en vooral niet het gevoel hebt dat je haast moet maken. En vooral dat laatste is natuurlijk een zelfverzonnen gedachte, want onze kat kan toch niet klokkijken, dus het zal hem een complete zalige zorg zijn hoe laat we thuis komen vandaag. Hij krijgt zijn voer toch wel ; daar heeft hij ons niet voor nodig...
Langzaam gaat de weg over in B11, en we koersen langs best mooie plekjes, en o.a. langs de Walchensee. En vanaf die Walchensee gaat het mis. Het begint plotseling te waaien, de lucht wordt donker, en je ziet de watersporters massaal een goed onderkomen zoeken. Ook de wandelaars (in korte broeken en T-shirt), en de wielrenners maken dat ze ergens kunnen schuilen, want binnen luttele minuten komt de onverwachte regen met bakken uit de lucht zetten.
Inclusief onweer, en verderop zien we dat de bliksem de boomtoppen probeert te pakken te krijgen.
Grote Genade ; wat een weer. En het grote ‘voordeel’ van dit weer is dan, dat de gemiddelde automobilist vaker op zijn rem staat dan op zijn gaspedaal, en dus gaat het tempo ook wel heel akelig rap naar beneden.
En dat is lekker dan denk ik ; en voel heel langzaam hoe mijn zomerhandschoenen zich gaan gedragen als sponzen, mijn motorlaarzen nat worden van het vocht dat van mijn motorbroek afloopt die dingen in, en het meest verschrikkelijke is wel dat heel langzaam mijn zitvlak vochtig aan begint te voelen…
Want zo lang je maar door kan rijden op je fijne RT wordt je amper of niet nat, maar met het tempo wat we nu rijden, loopt er heel gezellig water vanaf het kunststof plaatwerk van de tank, op het zadel. En aangezien wij van die geweldige comfortzadels van Touratech hebben, die iets de vorm van een 'pannetje' hebben, blijft het water heel leuk in dat pannetje staan, en dan is de lederhose best gewillig om dat vocht fijn op te nemen.
Met andere woorden ; het duurt geen kwartier, en ik zit letterlijk met een natte kont, natte klauwen, en een pens vol ergernis die RT door bos en dal te sleuren, over die B11, richtung München. En dan ook nog file ; dat kan er ook nog wel bij…
En wat voor 1. Vanwege het vakantieverkeer, en vanwege een rijbaanafsluiting staat een groot deel van die B11 muurvast. En ons niet de ruimte geven natuurlijk. Ik sta met regelmaat net zo vast als die auto’s, terwijl die gasten de radio een tandje harder zetten, en in hun binnenspiegel ons in de gaten houden. Maar vooral niet even een metertje opzij gaan.
Vooral 1 oudere gast in een poenige Benz, heeft er blijkbaar een duivels genoegen in om zich heel breed te maken op de overgebleven rijbaan van die B11. Ik kom er gewoon niet aan voorbij. Niet links, en niet rechts, en dat terwijl de regen onophoudelijk blijft komen.
Wat een armoe, en terwijl de weersberichten 100% positief waren.
Uiteindelijk ben je natuurlijk wel een keer dat München voorbij, dus gaat het gas erop. Gewoon Autobahn, weer dat verstand op nul, en rijden maar. En om U een beeld te schetsen ; om 17.07 uur gooi ik de tank weer vol.
Wij zijn dan inmiddels 5 (!) uur verder, en nog maar 373 kilometer voorbij Matrei, waar we eerder getankt hebben.
Ik begin er al aardig doorheen te zitten. Ik hoest en blaf wat af, die natte kont droogt niet (sorry ; ik ben 1 van de weinige RT-ers die
geen zadelverwarming heeft, dus de weke bips + kleffe broek droogkoken lukt niet…), de handschoenen voelen ranzig vies aan (ondanks dat ik de handvatverwarming
wel heb aanstaan), en ik zit mij nog steeds akelig kleurenblind te ergeren aan het feit dat het vanochtend al verkeerd ging, en dat dat mijn eigen schuld was.)
Uiteraard nemen wij tijd genoeg voor onszelf om te pauzeren (altijd wel gauw een twintig tot 30 minuten, dus weest U niet ongerust…), en om natjes en droogjes tot ons te nemen, en op deze manier vervolgen wij deze Autobahntrip op een manier die compleet langs ons heen gaat.
Emotieloos motorrijden deze keer, terwijl ik een snelweg soms helemaal niet echt vervelend vind. Je kunt lekker opschieten, en toch is er zeker in het buitenland zat te zien zo langs, en op de snelweg.
We pauzeren na zo’n tweehonderd kilometer weer even (doen we altijd eigenlijk wel), strekken heel even de benen, laten de inmiddels beurse billen iets ventileren, en vrouwlief kaart nog een keer dat extra nachtje aan.
En ondanks dat ik het voor vandaag al wel 'een beetje' zat ben, en mij steeds zieker begin te voelen, wil ik er nix van horen.
De reis wil echter maar niet echt lekker opschieten. We hebben her en der vertraging, het is druk op de weg, ik heb het koud (terwijl het dat helemaal niet is ; tenminste dat ‘zegt’ de onboard temp.meter), en zo kan het gebeuren dat ik om 22.38 uur pas weer een volgende tank brandstof afreken.
We zijn dus gewoon weer 5-en-een-half uur verder dan de vorige tankpauze, en exact 410 kilometer opgeschoten. Mwha...fijn gemiddelde…
Wij zijn inmiddels ruim 13 uur onderweg, en amper 950 kilometertjes meer op de klok. En we moeten nog een ‘stukje’, want deze tankstop was bij Solingen.
Bij de Aral Tankstelle Ohligser Heide Ost.
23 liter Super Plus rijker, en ook de inwendige mens versterken wij met een Wurst mit Senf. Best even lekker eigenlijk.
Tja, en dan die laatste kilometers, nog 240 stuks.
(…wellicht volgend jaar weer deze omgeving…??)
Ik zit echter helemaal stuk, maar wil nu zeker absoluut naar huis, naar mijn eigen bed. Ik voel mij koortsig, heb het ijskoud, moet enorm hoesten, heb de handvatverwarming continue op stand 2 staan (terwijl het hoogzomer is…), de broek is nog steeds vochtig en voelt koud aan, en het begint nu toch serieus donker te worden. En met een donker visier is dat toch altijd een ‘tikkie’ minder, ondanks de uitbundige feestverlichting die uit de 2 fiere koplampen van de fiets komt.
Het stuk Oberhausen – Arnhem raffelen wij met zo’n 160 op de klok af. Hier kan het nog legaal, en het schiet min of meer op.
Ondanks de laaghangende mistvlagen, en dus iets vochtige kou, houd ik het vizier toch maar open. Want het zal je toch maar gebeuren dat op dit stukje weg een beestje doodkalm de weg oversteekt (geen uitzondering daarzo), en ik hem (of haar…) even niet zie vanwege dat donkere venstertje. Zoiets kan voor mens en dier rotterig aflopen...
Ha, bijna thuis ; nog even Arnhem voorbij, en dan een ‘stukje’ naar het Noorden. En het is rond 01.15 uur als wij de RondborstigeToerfiets op ons eigen stukkie terrein neer kunnen prakken.
Tjessus, wat ben ik blij, en opgelucht dat ik thuis ben.
Ik haal nog net de koffers van de motor af, kieper die dingen ergens in de gang neer (terwijl ik normaal gesproken die bende gelijk opruim…), laat de motor gewoon daar staan waar die staat, en vind het allemaal wel helemaal prima. Ik vind de hele zooi wel terug als het weer licht is.
Tjonge, wat ben ik er klaar mee voor vandaag zeg. Vrouwlief trouwens ook wel, maar dan op een andere manier.
’N Kleine twaalfhonderd kilometer (110 + 373 + 410 + 240 + die 60 kilometer voor Jan Doedel).
Normaal best te doen, maar nu…, geef mijn portie maar aan Fikkie…
Klappertandend ga ik naar bed. Het suist mij nog na in de oren, en ‘straks’ zie ik wel wat de dag brengt, maar als ik mij dan net zo voel als nu, dan belooft het weinig goeds…
(en aldus geschiedde)
Morgen ‘The Day After…, en de rest’