Reisverslag : Dolomieten Juli 2009. (dag 6) ** foto klik = foto groot **
(een kleine waarschuwing ; korte verhalen schrijven lukt mij gewoonweg niet…)
Donderdag 30 Juli 2009 ; dagje Gardameer
Met een gevoel in het lichaam alsof ik net, én gestenigd ben, én gelijktijdig een handjevol stokslagen heb gehad sta ik deze ochtend iets eerder op, omdat wij tenslotte vandaag binnendoor keutelen naar Bardolino aan het Gardameer.
179 GPS kilometers zegt mijn digitale toverdoos ; en omdat het binnendoor toeren vaak toch niet opschiet, willen we op tijd weg, en vandaar eerder opstaan, en op speciaal verzoek ook eerder het ontbijt.
Iets na negen uur zitten wij weer in (of ‘op’) het (riante) tourzadel, en zoals gezegd, binnendoor tussen de appelboomgaarden door gaat het eerst naar
Andrian (een weg die wij inmiddels behoorlijk kunnen dromen), en vandaag over de Strada Riva Di Sotto (wat klinkt dat toch allemaal mooi !), naar
Sankt Pauls, om dan koers te zetten naar
Eppan An Der Weinstrasse.
Vlak voor
St. Nikolaus draaien wij de uiterst fraaie, en groene,
Mendola Pass nog een keertje op, en deze weg met nummer SS42 volgen wij tot voorbij het inmiddels bekende
Ronzone.
Zoals eerder gezegd, kom je vanaf hier toch wel in het minder netjes onderhouden Italië terecht. Het Italië met zijn roestige vangrails, rommel in de tuintjes, en minder goed onderhouden asfalt.
(stukje Mendola Pass)
Weg nummer 42 gaat over in 43, en via
Romeno en o.a.
San Giustina (bekend van het Lago Di Santa Giustina) hobbelen wij net zo lang door totdat de tankmeter ons vertelt dat het toch wel zaak is om de tank weer eens vol te kieperen.
En dat doen wij in Denno.
Volgens het kassabonnetje is het inmiddels 10.51 uur, en bij deze gelegenheid doen we ook maar een korte pauze. Want stilstaan doen we nu toch.
Vrouwlief vraagt of het wellicht niet verstandig is om terug te gaan, en die tour naar Bardolino af te blazen, want ze kan aan mij zien dat ik er ronduit moeite mee heb vandaag.
Ik kuch en blaf wat af, en kan amper fatsoenlijk van de motor af komen. Maar omkeren komt vandaag in mijn woordenboek niet voor ; en ik neem daarom nog maar eens een Ibuprofen400 ; U weet wel, zo’n fijne roze knijter.
Om ‘dat’ proberen te onderdrukken wat mij al dagen lang behoorlijk in de weg zit.
Ach, en als je eenmaal half verdoofd in het zadel zit, gaat het ook wel weer, en zodoende vervolgen wij die ietwat saaie 43, tot dat wij een keertje zwaar rechts mogen afslaan, om daar de kronkelige SP64 te nemen.
Hier ook weer fijn haarspeld naar haarspeld. Het tempo is gematigd, en de dag is inmiddels warm.
Wel mooi hier zeg !
Die SP64 gaat naadloos over in de SS421, en we hebben hier ervaringsgewijs geleerd, hoe groter het wegnummertje, des te kleiner de weg zelf wordt.
Het is er niet druk, en onze ogen rollen bekant uit de kassen, want zoveel natuurschoon is er wel te zien onderweg. Vooral natuurlijk ook omdat wij deze omgeving totaal niet kennen.
(onderweg ook even boodschappen doen ; altijd voldoende vocht bij je hebben…)
De SS421 komt o.a. door
Molveno heen, en daar heb je het
Lago di Molveno. Maar omdat die naam van het meer niet op de (mijn) navi voorkomt, vragen wij ons in alle oprechtheid af, of nou hier al dat Gardameer begint, want kilometers lang rijden wij links van dat Molveno-water langs.
Over een heerlijke bochtige ‘kust’route. Amper of geen toerist te bekennen, en heel af en toe een andere motorrijder. Onbekend gebied voor de meesten ?
Wij hebben geen idee, maar die rust daar is wel opmerkelijk, en ongekend.
Die SS421 rijdt ons trouwens langs het groene
Parco Naturale Adamello-Brenta, en als je een beetje gaat surfen op ons machtige Interweb, dan lijkt alleen die omgeving al wel een vakantie waard !
(het
Lago di Molveno links rechts op de kaart ; en op dat weggetje er langs heen, dat is dus de SS421)
(als U deze kaart nou slecht te zien krijgt : hier dan een
linkje naar deze kaart)
Zoals ook op de kaart hierboven te zien is, rijden wij door tot aan
San Lorenzo In Banale (en dat klinkt toch veel fijner dan ons eigen Roodeschool ; om maar us wat te noemen…)
De SS421 kent amper rechte stukken, en op die manier boxeren wij langs, en door
Dorsino,
Tavodo, en Villa Banale. En net buiten die laatste, moeten wij deftig links af, de SS237 op.
Die SS237 brengt ons wederom door bergachtig gebied, waar het leeg en eenzaam is. Zelfs de navi is hier met regelmaat zijn verbinding met zijn satellietjes kwijt. Hele stukken rijden wij daarom met een stilstaand beeld.
Vooral in het gebied met de haarspeldbochten, die ons tussen stevige rotsformaties door dirigeert, weet ‘niemand’ waar wij zijn.
Uiteindelijk kom je via dat geweldige geslinger, en ook een behoorlijke afdaling, terecht in
Sarche.
En vanaf daar nemen wij de SS45bis. Die 45 gaat over in de langzaam drukker wordende 249, en het wordt nu echt warm hier. Wij zien de palmbomen langs de kant van de weg, en voordat wij het weten rijden wij het tomeloos drukke
Riva Del Garda binnen.
Ik ken de naam Riva van de schitterende houten boten, maar als plaats ben ik hier voor de eerste keer.
Tjeetje wat druk zeg ; en van de 10 auto’s zijn er 5 Nederlands (ik doe een schatting ; dat begrijpt U).
Vanuit Riva, blijven wij op de 249, en rijden links van het meer naar ‘beneden’. En allebei zijn wij zwaar verbaasd…, is dit nu dat veel besproken Garda Meer, waar iedere Nederlander (behalve wij normaal gesproken...) naar toe schijnt te gaan als hij/zij (of samen) naar Italië gaat ?
Wij hadden stranden verwacht, en ruimte. Maar helemaal nix van dit alles. Het is er krap, mensen liggen hutje-mutje op die paar meters tussen weg en water. Parkeren kun je er amper of niet, en als er geen groenstrook is waar je op kunt liggen, dan lig je op harde, grote kiezels.
Wij hadden er vooraf een totaal ander beeld bij ; en eerlijk gezegd valt ons de eerste aanblik van deze kant van het meer zwaar tegen.
Ook al snel begin ik bijna spijt te krijgen van onze keus om vanaf Riva, langs het meer naar Bardolino te rijden. Het verkeer schiet totaal niet op, en diezelfde soort van kippetjes op die scooters die we in Bolzano zagen, zien wij hier weer. Die meiskes schieten door het verkeer ; en dat is iets wat met de RuimeToerer maar niet wil.
(nu nog op die verhipte camping zien te komen…)
Om half 2 rijden wij dat Bardolino binnen ; ons zijn 4 en een half uur onderweg geweest in deze bloedhitte, en vooral dat laatste stuk langs het water heeft achterlijk veel tijd gekost.
Maar goed ; we zijn er. En broertje had gezegd dat hij 20 mtr. van het water stond met zijn halve hebben en houwen, maar er is hier overal water…, dus waar is dan die 20 mtr. van hem te vinden…???
We bellen even met elkaar, en voordat wij het weten staat hij met zijn camping-leenfiets, bruinverbrand naast ons.
Hij gaat voor, en wij volgen. Op naar de camping…; op naar de gezellige meute…
Neefje had aan ieder-1 die het maar horen wilde al geroepen dat ‘Tante Jeannet en Oom Ron helemaal op de motor hier naar toe kwamen’, want dat manneke had natuurlijk heel best in de gaten dat de tent toch wel vrij ver van hun normale huis stond ; en dat wij dan datzelfde stuk dan ook even gingen rijden.
En blijkbaar maakte dat indruk !
Wij werden dus verwacht…, en werden, voordat wij überhaubt de helm van de schedel afgetrokken hadden, begroet door de vrolijke camping-mensheid uit België, Duitsland, en andere landgenoten…
Eerst maar eens omkleden hier ; wat een ongekende hitte hier zeg, aan dat water ! Ik snap werkelijk niet wat al die gasten hier toch doen de hele dag, om er eigenlijk gelijk achter te komen dat ieder-1 hier vooral nix doet.
Het volk hangt wat in het water rond, zoekt schaduw op, en doet vooral overdag helemaal nix.
Gezellig…
(inderdaad ; maar 20 mtr. van het water ! ; broertje met zijn kaalgeschoren, en ranzig bruin verbrande schedel rechts in beeld...)
Dus wij doen ook niet iets. We drinken een drankje, en zoeken (ook al…) de verkoeling van het water op, want dat was tenslotte maar 20 mtr. lopen.
Tjessus, en koud zeg, dat water…; nu weet ik hoe een pizza zich moet voelen in het vriesvak van uw plaatselijke supermarkt…
En zo floddert de dag voorbij ; en broertje neemt ons in de avonduren mee richting 1 van de vele boulevard restaurants daar in dat Bardolino.
Wij ergeren ons daar kleurenblind aan een stelletje Nederlanders die vreselijk dik doen naar een paar Duitsers toe, omdat de met gouden kettingen behangen Nederlandse schreeuwlelijk van mening is dat hij een grotere, en vooral snellere boot heeft dan de Duitser die naast hem zit, en dat hij dat wel even wil laten zien.
En met een fiks aantal mega grote glazen, vrolijk gekleurde, alcoholische drankjes achter zijn kiezen, wordt hij steeds luider. En op het moment dat zijn vrouw daar iets van wil zeggen ; bekt hij haar toe ‘je moet je er niet mee bemoeien…’
Die drankjes waren trouwens 10 Euro per stuk, en die familie lust wat van die rommel. De meegebrachte zoons zorgen er voor dat de machtige glazen spoorloos ‘verdwijnen’, en de obers houden die gasten, zonder dat ze het zelf in de gaten hebben, zwaar in het snotje.
En na nog een paar glazen de man, beginnen die puberale jochies, nadat ze eerst aan elkaar hebben lopen klieren met een aansteker, een beetje (te) populair te doen bij het aanwezige meisjesspul daar op dat terras.
Met een bijzonder gematigd resultaat overigens…; men moet hun niet.
Mwha ; vind ik ook niet zo heel gek…
Verder wel een sfeervol gedoetje daar ’s avonds in Bardolino.
(Lago di Garda dus…)
(…met zijn fijne zandstranden…
)
Die schreeuwer is niet ons type vakantieganger, das denk ik wel duidelijk…; en tegen de tijd dat het bijna 23.00 uur, en dat is het moment dat de poort van de camping hermetisch op slot gaat, zorgen wij dat we de motor van de camping af hebben, en zorgen we ook dat we weer onderweg zijn naar Nalles.
Niet binnendoor deze keer ; maar ik kies gewoon maar voor de tol-snel-weg. Nog even zo’n 145 kilometertjes wegronken deze hele benauwde, en plakkerige avond.
Het is nog steeds tegen de dertig graden als wij, achter een Peugeot 206 aan, naar die tolhokjes van die bewuste tolweg rijden.
De Peugeot komt echter daar aan rijden, neemt het eerste, en onbemande, poortje (poortje met halve slagboom) en op het moment dat hij aan komt rijden, gaat het ding omhoog, en hij rijdt door.
Ik rijd maar achter hem aan, want ik denk, das makkelijk ; poortjes die zo omhoog gaan.
Echter, op het moment dat ik voor het slagboompje sta gebeurt er nix. Ik manoeuvreer de RT nog een paar keer heen en weer, omdat ik waarschijnlijk vermoed dat de detectielussen ons niet signaleren, en even later besluit ik om dan maar gewoon langs die halve slagboom te rijden, want die slagboom is niet voor niets maar half.
Denk ik.
En zodoende zitten wij op de snelweg, en fluiten door de donkere, veel te warme, nacht naar het Noorden.
En toch zit mij het niet lekker. Toch raar dat er zoveel tolpoorten stonden, en toch raar dat wij geen kaartje hebben, en om erger te voorkomen, ga ik na een kilometer of 30 toch maar van de snelweg af.
En ja hoor ; daar wel bemande tolpoorten
Wij stoppen dus bij die gozer ; en hij ‘vraagt’ vanuit zijn loketje ‘ticket !’ En ik zeg in mijn beste Italiaans ‘no ticket !’, en probeer hem duidelijk te maken dat wij helemaal geen kaartje gekregen hebben, ‘daar en daar’ toen wij de snelweg opsnorden.
En vanaf dat moment zijn de Italiaanse poppen behoorlijk Italiaans aan het dansen zal ik U vertellen.
Hij komt zijn hokje uitstuiven, begint het kenteken van de motor te noteren, begint onverstaanbaar te bellen, duikt weer in zijn hok, schuift het schuifraampje dicht, belt verder, en laat ons op deze manier een minuut of 10 in het ongewisse achter.
Het ruitje gaat open, en nadat wij duidelijk hebben gemaakt, aan de hand van een kaart, waar wij de snelweg op zijn gereden, moet ik bij die broeder 2 Euro 80 betalen.
Ik denk ‘daar komen wij genadig vanaf’ ; todat vrouwlief opmerkt dat op het digitale scherm naast het loket ook nog 52,80 Euro staat…
(neefje druk doende om worteltjes in stukjes te snijden…, om aan de Italo-eendjes te voeren…)
Ik zie het ook ; en denk…’daar zijn we FF fijn lekker mee ; nog 50 Euro boete ook nog…’, en met dat ik dat denk, krijg ik inderdaad van deze Italiaanse flapdrol glimlachend een bewijs overhandigd dat ik de Italiaanse Staat inderdaad 52,80 schuldig ben ; inclusief een acceptgiro om het fijne bedrag te voldoen.
Ik glimlach ook, bedank hem voor het feit dat er plotseling weer nul op het digitale bedragen bordje staat, en hij doet voor ons zijn slagboom open, en wij knorren verder, om iets buiten zijn zicht toch maar even pauze te houden.
Ook om iets te drinken, en om nog een keer naar die bon te kijken.
Inderdaad ; een bekeuring voor het niet kunnen tonen van een inrijkaart. Toch wel raar eigenlijk, hij had ons toch ook gelijk die 50 Euro boete kunnen laten betalen…???
En terwijl ik nog een beetje beter kijk, heeft hij een bon uitgeschreven voor het niet kunnen tonen van een (inrij)ticket, met als dagtekening 31 Juli 2009.
En aan die bon zit een bewijs van betaling van die 2 Euro 80, met als datum
30 Juli 2009, en als tijd 23.29 uur.
Want zo laat was het ook !
Met andere woorden ; ik steek de bon diep in de zak weg, en neem mij stellig voor om het ding vooral niet te voldoen.
Wij waren tenslotte helemaal niet op 31 Juli op die Italo-snikkel ‘zijn’ snelweg.
Wij waren daar een dag eerder
En met deze tevreden conclusie duiken wij de zwoele nacht weer in.
Helaas, niet veel later staan wij weer stil. Deze keer echter om te schuilen bij een benzinestation ; want het hoost om ons heen. Zo veel, en zo hard dat het compleet ontoelaatbaar is om door te rijden ; we krijgen een complete wolkbreuk over ons heen, en in no-time staat er centimeters water op de straten.
Ik zei toch al dat het onfatsoenlijk benauwd was, en de temperatuur kiepert nu heel rap naar beneden. En als wij na een half uurtje verplichte pauze weer door kunnen rijden, zien wij even later in het riante schijnsel van de beide koplampen ‘rookwolkjes’ van het asfalt afkomen.
Het water verdampt, op het nog steeds warme asfalt.
Om half 2 in de stille nacht zetten wij de nog steeds rode toerer op zijn plekje bij Haus Helga.
Hier is het ook slecht weer geweest zien wij ; heel veel blad van de bomen af, en grote plassen water overal.
Morgen weer een dag, en dan maar eens horen wat er hier toch gebeurd is, vooral omdat er zoveel blad ligt…
Morgen weer de Dolomieten in ; de bergen in dus !